Köln, New York; Verlag Gebr. König; 1970. 18,3 x 12cm; [32p.] Goede staat
Conceptual Art, Artist Book, Avant-Garde
In het voorjaar van 1969 besluit Jan Dibbets een ingreep te verrichten in de dagelijkse vlucht van een roodborstje in het Vondelpark. Zijn beweegredenen? Hij wil dat de vogel zijn sculptuur/tekening vormt en beïnvloedt. Nauwkeurig houdt hij dit onderzoek bij middels foto’s, tekeningen en tekst om dit vervolgens te publiceren in het boekje Roodborst territorium/Sculptuur 1969. Of eigenlijk is het boekje het uiteindelijke werk geworden; ‘’De tekening/sculptuur kan nooit in zijn geheel worden gezien, alleen voor de documentatie ervan kan men in gedachte de vorm reconstrueren’’. Ref.1
Al bladerend door roodborstvogelbladzijden in de grote witte kelder van het Stedelijk museum wordt duidelijk dat dit kleine boekje misschien wel de (artistieke) tijdsgeest van de jaren 60 representeert. Het geeft inkijk in een maatschappij die niet meer de onze is. Ik vraag me af waar de tijd is gebleven dat kunstenaars die hun – op het eerste oog lijkende – nutteloze onderzoek zo uitermate serieus nemen? Wellicht is dit niet de juiste vraag, want deze kunstenaars zijn er nog wel, maar blijven in een tijd dat alles (dus ook de kunst) nut moet lijken te hebben, of in ieder geval een maatschappelijk belang, veelal ongezien. Een beter vraagstuk zou zijn waar het draagvlak tegenwoordig is gebleven voor de kunstenaars die maandenlang, iedere dag op hun fiets stappen, palen verzetten, ijverig plattegronden bij houden, dagelijks foto’s maken en bevindingen opschrijven en dat allemaal om de vlucht van één enkel roodborstje te beïnvloeden? Ref.1
Jan Dibbets (1941 Weert, Nederland) Samen met kunstenaars zoals Sol LeWitt, Carl Andre, Joseph Kosuth en Lawrence Weiner behoort Jan Dibbets tot de boegbeelden van de conceptuele kunst. Zijn opleiding aan St. Martins School of Art in Londen met medeleerlingen zoals Barry Flanagan en Richard Long, en de veranderende tijdsgeest, doen Dibbets eind jaren ‘60 afstand nemen van de traditionele schilderkunst. Zijn ‘Stapelschilderijen’ van toen – stapels monochrome doeken op de vloer of tegen de muur – kunnen we in de context van dit eindpunt symbolisch interpreteren. Kort daarna legt Dibbets zich toe op fotografische experimenten rond licht en tijd. Daarbij staan het onderzoek naar de fotografie zelf en het registreren van kijksituaties centraal. Ref.2